Als de batterij leeg is
Beste collega’s,
Vermoeid en slaperig zijn – hoe vaak heeft u uw patiënt hier niet over horen vertellen. Nu zijn deze twee symptomen ook onderdeel van de uitkomstmaat voor een succesvolle osteopathische behandeling (naast minder pijn en meer bewegelijkheid). Deze twee aspecten vatten we samen onder de term ‘vitaliteit’. De afgelopen nieuwsbrief ging over slaap, deze keer richten we ons op vermoeidheid. Op het congres in november komen straks beide thema’s aan bod. Kortom, het is het jaar van de vitaliteit.
Ik wens u veel leesplezier.
Sander Kales
Inhoudsopgave:
Vermoeidheid is in te delen naar welzijn. Zo is er fysieke, emotionele, mentale en sociale vermoeidheid.
Vervolgens kan ieder aspect weer ingedeeld worden. Fysieke vermoeidheid kan onderverdeeld worden in vermoeidheid die herstelt na rust, en die dat niet doet (Muller 2021). Naast het domein waar de vermoeidheid zich bevindt (fysiek, emotioneel, mentaal of sociaal) is er ook de duur van de vermoeidheid. In de luchtvaartindustrie wordt daarom de indeling gehanteerd: voorbijgaand, cumulatief en circadiaans (Stone, 2015).
Vermoeidheid heeft ook gevolgen, deze kunnen ingedeeld worden in: afgenomen alertheid, verminderde prestatie en lange termijn gezondheidseffecten (Wingelaar-Jagt, 2021). Binnen de vier domeinen van vermoeidheid worden dan ook vele oorzaken gegeven. Bij fysieke vermoeidheid gaat het bijvoorbeeld om: anemie, ontsteking, dehydratie, diabetes. Wingelaar-Jagt (2021) stelt dan ook dat vermoeidheid een multifactorieel verschijnsel is met verschillende oorzaken en psychologische en fysieke responsen, die tezamen bijdragen aan verminderde prestatie en waakzaamheid.
Sinds 1988 proberen wetenschappers deze criteria beter te duiden en vorm te geven. Holmes startte daarmee in 1988, Fudoka in 1994, Canadese wetenschappers in 2003 en uiteindelijk Jason in 2016. Deze laatste criteria voor het duiden van vermoeidheid hebben de symptomen kunnen reduceren, zodat ze een goede specificiteit en sensitiviteit omvatten. Met andere woorden: zodra we beter gaan kijken neemt de complexiteit toe. Dit nodigt uit om gerichter te blijven onderzoeken.
Literatuur
Titel: Chronic Fatigue Syndrome and Myalgic Encephalomyelitis: Toward An Empirical Case Definition
Auteurs: Jason, Leonard A et al.
Verschenen in: Health psychology and behavioral medicine (2015)3,1: 82-93. doi:10.1080/21642850.2015.1014489
Titel: Neural and computational mechanisms of momentary fatigue and persistence in effort-based choice
Auteurs: Müller, T., Klein-Flügge, M.C., Manohar, S.G. et al.
Verschenen in: Nat Commun (2021)12, 4593. https://doi.org/10.1038/s41467-021-24927-7
Titel: EBAA/ECA Study of Fatigue in Air Taxi, Emergency Medical Service Commercial Air Operations
Auteurs: Stone, et al.
Verschenen in: Presentation EASA, Koln (2015).
Titel: Fatigue in Aviation: Safety Risks, Preventive Strategies and Pharmacological Interventions
Auteurs: Wingelaar-Jagt, Yara Q et al.
Verschenen in: Frontiers in physiology vol. 12 712628. 6 Sep. 2021, doi:10.3389/fphys.2021.712628
Tijdens de pandemie is er veel onderzoek gedaan naar de mentale vermoeidheid van medisch personeel. Hierbij werd gezien dat vermoeidheid samenhangt met werkdruk, sociale steun en bescherming in het beroep.
Mentale vermoeidheid is het resultaat van aanhoudende mentale inzet of het gevolg van psychologische of lichamelijke afwijkingen. Het kanaliseren van sensomotorische prikkels leidt onder de vermoeidheid, wat betekent dat inhibitie van fysieke prikkels afneemt bij toenemende vermoeidheid (Van der Linden, 2006).
Er is tijdens de pandemie veel onderzoek gedaan naar de mentale vermoeidheid van medisch personeel. Geconstateerd werd dat vermoeidheid samenhangt met werkdruk, sociale support en bescherming in het beroep. Wanneer er minder waakzaamheid is en een afname van cognitieve functies, is dat een belangrijk signaal. Als er adequaat gereageerd wordt op het signaal vermoeidheid zijn de gevolgen te beperken (Peng, 2021).
Sagherian (2017) geeft aan dat als zorgpersoneel onvoldoende herstelt gedurende hun vrije tijd, dat vermoeidheid zich dan gaat stapelen en dus cumulatief wordt. Hier gaat de prestatie onder lijden. Schonfeld (2018) geeft aan dat een manier om burn-out te voorkomen is om je te distantiëren van de patiënt. Het interessante is dat het distantiëren van de patiënt direct gecorreleerd is aan het distantiëren van de zorgverlener van zichzelf.
De Amerikaanse osteopate Manipod geeft aan dat de term burn-out altijd werk gerelateerd is. Daarnaast impliceert burn-out een falen van het individu, in plaats van een falen van het systeem. In de nieuwe ICD-11 wordt volgens haar ook aangegeven dat er een verschuiving is van de oorzaak zoeken bij het individu naar de omgeving. Voor burn-out is de meest gebruikte questionnaire de Maslach Burn-out Inventory (MBI). Veel artsen in de Verenigde Staten pleiten voor het gebruik van de term ‘morele blessure’, aangezien de psychische ‘wond’ is opgedaan tijdens het verbeteren van de situatie van de patiënt, en samengaat met een systeem dat niet goed functioneert (Manipod, 2021).
Literatuur
Titel: Disrupted sensorimotor gating due to mental fatigue: preliminary evidence
Auteurs: Van der Linden, Dimitri, et al.
Verschenen in: International journal of psychophysiology 62.1 (2006): 168-174.
Titel: Is burn-out the correct term to use?
Auteurs: Manipod, V.
Verschenen in: AOA mei 2021. https://thedo.osteopathic.org/columns/is-burn-out-the-correct-term-to-use/
Titel: The Mediating Role of Fatigue Between Mental Health and Its Associated Factors: Evidence From Chinese Healthcare Workers During the COVID-19 Pandemic
Auteurs: Peng, Rong, et al.
Verschenen in: Frontiers in Psychiatry 12 (2021): 924.
Titel: Fatigue, work schedules, and perceived performance in bedside care nurses
Auteurs: Sagherian, Knar, et al.
Verschenen in: Workplace health & safety 65.7 (2017): 304-312.
Titel: What is the difference between depression and burn-out? An ongoing debate
Auteurs: Schonfeld, I. S., Bianchi, R., en Palazzi S.
Verschenen in: Riv Psichiatr. 2018 Jul-Aug;53(4):218-219. doi: 10.1708/2954.29699. PMID: 30087493.
Kan osteopathie een rol spelen in het herstellen van een burn-out?
Over het fenomeen burn-out werd in 1974 voor het eerst geschreven. Sindsdien zijn er in de wetenschappelijke literatuur meer dan 140 definities beschreven. Volgens de ICD-11 classificatie is burn-out een syndroom dat gerelateerd is aan chronische stress op de werkplek, die niet goed gemanaged wordt. Het syndroom is te herkennen aan drie dimensies: 1) geen energie of vermoeidheid; 2) toenemende mentale afstand tot het werk, ervaring van negatieve of cynische gevoelens in relatie tot het werk; en 3) afname van de productiviteit.
Er is meermaals getracht om in de wetenschap te komen tot een objectieve consensus over de symptomen, diagnostiek en behandeling. Dit zonder succes. Hillert (2020) geeft een mooie opsomming van de burn-out-symptomen en geeft aan dat vrijwel alle symptomen niet specifiek en subjectief zijn. Deze kunnen ook ontstaan door andere oorzaken. Hillert geeft daarnaast aan dat de diagnose burn-out in de praktijk dus geen meerwaarde heeft. Deze is niet betrouwbaar en kan niet objectief vastgesteld worden.
Als er sprake is van chronische stress die gerelateerd is aan de werkomgeving of continue overbelasting, dan zouden we ons dus vooral moeten focussen op waarom deze klachten ontstaan. Coaching en ondersteuning zou in eerste instantie het hoofddoel moeten zijn. Tijdens dit proces kan er gekeken worden of er sprake is van andere oorzaken van de burn-out of eventuele onderliggende comorbiditeit. Leone (2007) adviseert enkele tools die kunnen helpen bij het differentiëren tussen vermoeidheid, burn-out, subgroepen of gecombineerde beelden.
Bayes (2021) beschrijft de oorzaken en gevolgen van een burn-out. Er blijken veel raakvlakken te zijn met functies van het autonoom zenuwstelsel, de HPA-as, verminderde nachtrust, immuniteit en metabole en cognitieve veranderingen. Dit heeft gevolgen voor onze orgaanfuncties en vitaliteit. De batterij is leeg; het zelf herstellend vermogen van de patiënt wordt ondermijnd.
Ondersteuning van dit zelf herstellend vermogen staat binnen de osteopathie hoog in het vaandel. Uit nieuwe wetenschappelijke inzichten blijkt dat onze technieken een positief effect hebben op bovenstaande functies (lees daarvoor onze eerdere nieuwsbrieven, bijvoorbeeld ‘Slaap zacht’).
De oorzaak van burn-out bevindt zich dus veelal in het mentale, maar uit zich zeker ook in het fysieke domein. Deze processen werken zowel top-down als bottom-up. Dat werpt de vraag op of osteopathie niet gewoon standaard ingezet zou moeten worden naast reguliere trajecten voor een meer totale benadering. (JV)
Literatuur
Titel: The biology of burn-out: Causes and consequences
Auteurs: Bayes et al.
Verschenen in: The World Journal of Biological Psychiatry, 2021, 22(9), 686–698.
Titel: The Burn-out Phenomenon: A Résumé After More Than 15,000 Scientific Publications
Auteurs: Hillert et al.
Verschenen in: Frontiers in Psychiatry, 2020, 11.
Titel: Similarities, overlap and differences between burn-out and prolonged fatigue in the working population
Auteurs: Leone et al.
Verschenen in: QJM, 2007, 100(10), 617–627.
Ze zeggen vaak dat hard werken wordt beloond, maar nu ik voor de zoveelste keer pijnlijke handen heb, betwijfel ik dat ten zeerste. Ik ben benieuwd of de wetenschap kan helpen.
Het einde van de werkdag nadert en ik begin te merken dat mijn handen toch weer vermoeid raken. Ik had gedacht dat na een jaar werken als osteopaat mijn handen er beter tegen zouden kunnen, maar dat valt tegen. Dit komt omdat ik de laatste tijd veel mensen zie met enorme spanningen in de buik en het kost energie om een effect te bewerkstelligen. Het valt me op dat deze verschijnselen vrijwel altijd gepaard gaan met vermoeidheidsklachten en stress.
Dat stress invloed heeft op dit alles hoef ik mijn patiënt natuurlijk niet te vertellen, die heeft dat al vaak zat gehoord. Maar heeft mijn harde werken wel zin, als drie weken later de patiënt weer terugkomt met dezelfde spanningen? Waar doe ik het dan voor? Even gemakkelijk sparren met collega’s wordt lastig, want ik werk in mijn eigen praktijk. Die ene interessante cursus vindt helaas pas plaats over vijf maanden. Ik besef dat ik, om verandering te bewerkstelligen, de onderliggende oorzaken en het mechanisme ervan moet begrijpen en duik in de boeken.
Enerzijds zie ik een verstoorde functie van het autonoom zenuwstelsel bij mijn patiënten, anderzijds een enorme stuwing van het lymfatisch systeem, een verstoring van het functioneren van het spijsverteringstelsel en vermoeidheid. Zal er dan toch een link zijn en is hier meer over bekend? De wetenschappelijke literatuur biedt mij houvast. Door verschillende domeinen te vergelijken kom ik tot inzichten die ik anders niet zou hebben gekregen. Zoals de link tussen onze (g)lymfatische circulatie en het functioneren van onze nervus vagus (Cheng, 2020). Door onderliggende oorzaken en relaties te inventariseren kan ik meer ‘holistisch’ werken en al dan niet samen met derden het zelf herstellend vermogen van mijn patiënten aanspreken.
Literatuur
Titel: Clinically-derived vagus nerve stimulation enhances cerebrospinal fluid penetrance
Auteurs: Cheng, K. P. et al.
Verschenen in: Brain Stimulation, 2020, 13(4), 1024–1030.
Myalgische encefalomyelitis/chronisch vermoeidheidssyndroom (ME/CVS) is een aandoening die wordt gekenmerkt door onverklaarde en aanhoudende vermoeidheid na inspanning, in combinatie met een verscheidenheid aan symptomen die verband houden met cognitieve, immunologische, endocrinologische en autonome disfuncties.
Dat stelt Cortes (2019). Carruthers (2003) stelde hiervoor de zogenaamde Canadese Criteria op. De diagnose ME/CVS wordt nu gegeven bij 4 of meer aanwezige symptomen die langer dan 6 maanden aanwezig zijn en wat resulteert in een significante vermindering van de kwaliteit van leven (Noor, 2021):
- Geheugenproblemen (hersenmist);
- Een zere keel;
- Gevoelige cervicale of okselklieren;
- Spierpijn;
- Pijn in meerdere gewrichten zonder gewrichtszwelling;
- Hoofdpijn;
- Vermoeid wakker worden uit de slaap;
- Malaise na inspanning die langer dan 24 uur aanhoudt
De aandoening is momenteel nog moeilijk te begrijpen door het gebrek aan een concreet begrip van de etiologie en pathogenese. Er is mogelijk een verband tussen een disfunctie van het auto-immuun-, neuro-endocrine of autonome zenuwstelsel en de ontwikkeling van ME/CVS (Noor, 2021). Momenteel zijn er geen specifieke therapieën om de aandoening te behandelen. De behandeling bestaat uit een variatie van conservatief (cognitieve gedragstherapie CGT en of antidepressiva) tot een minimaal invasieve behandeling. De minimaal invasieve behandeling bestaat uit transcutane elektrische acupunctuurpunten stimulatie en geeft een significante verbetering van vermoeidheid en bijbehorende symptomen (Noor, 2021; Cortes, 2019).
Binnen de osteopathie zijn er enkele onderzoeken gedaan gericht op een behandeling van ME/CVS patiënten. Zo is al bekend dat het gaat om het reguleren van de energieverdeling op een dag en ook om de patiënten educatie te geven over ME/CVS. De osteopathische behandeling zou gericht moeten zijn op het balanceren van de craniale ritmische impuls (CRI), het reguleren van het sympathische zenuwstelsel (SNS) en het verbeteren van de lymfedrainage (Fagoaga, 2013).
Ook Perrin (2007) beschrijft in zijn onderzoek hoe belangrijk de lymfatische drainage van de neuroaxis is bij ME/CVS patiënten. Hij gaat voornamelijk lymfatisch te werk rond het cervicothoracale gebied, omdat daar vooral de stuwing zou zitten volgens zijn bevindingen. Gezien de geringe onderzoeken die zijn gedaan naar ME/CVS en de osteopathische benadering hiervan, zal meer onderzoek nodig zijn om een gedegen uitspraak te kunnen doen over het effect van osteopathie bij ME/CVS patiënten. (NB)
Literatuur
Titel: A Comprehensive Update of the Current Understanding of Chronic Fatigue Syndrom
Auteurs: Noor, N., Urits I, Degueure A, Rando L, Kata V, Cornett EM, Kaye AD, Imani F, Narimani-Zamanabadi M, Varrassi G, Viswanath O.
Verschenen in: Anesth Pain Med 2021
Titel: Osteopathic approach to chronic fatigue syndrome (CFS): a review
Auteurs: Fagoaga, N.
Verschenen in: Escola de Osteopatia de Barcelona (EOB) (2013)
Titel: Myalgic Encephalomyelitis/Chronic Fatigue Syndrome: A Comprehensive Review. Diagnostics
Auteurs: Cortes Rivera, M.; Mastronardi, C.; Silva-Aldana, C.T.; Arcos-Burgos, M.; Lidbury, B.A.
Verschenen in: 2019, 9, 91. https://doi.org/10.3390/diagnostics9030091
Titel: Lymphatic Drainage of the Neuraxis in Chronic Fatigue Syndrome: A Hypothetical Model for the Cranial Rhythmic Impulse
Auteurs: Perrin R.
Verschenen in: 2007, Journal of Osteopathic Medicine
Titel: Myalgic Encephalomyelitis / Chronic Fatigue Syndrome: Clinical Working Case Definition
Auteurs: Carruthers, B.M., Jain, A.K., De Meirleir, K.L., Peterson, D.L., Klimas, N.G., Lerner, A.M., Bested, A.C., Flor-Henry, P., Joshi, P., Powles, A.C.P., Sherkey, J.A. and Van de Sande M.I.,
Verschenen in: Diagnostic and Treatment Protocols. Journal of Chronic Fatigue Syndrome (2003) 11(1): 7-115.
Veel mensen klagen over bijnier vermoeidheid. Hoe zit het dan met uitputting en overbelasting van de HPA-as (hypothalamus-hypofyse-bijnier-as) dat wordt gelinkt aan het chronisch vermoeidheidssyndroom?
De term bijnier vermoeidheid werd in de jaren ’90 gebruikt door de chiropractor James Wilson. Het is te definiëren als een ‘verzwakken of burn-out’ van de bijnieren in reactie op chronische stress. Er verschijnen regelmatig artikelen over het bestaan (en het onder diagnosticeren) van bijnier vermoeidheid als gevolg van langdurige stressprikkels, waardoor mensen last krijgen van vermoeidheid, slapeloosheid, gewrichtspijn en gewichtstoename.
Endocrinologen (Muller, 2018) zien de patiënten die verteld zijn dat ze last hebben van de negatieve gevolgen van een te hoge productie van cortisol en dat hun bijnieren onvoldoende cortisol aanmaken. Deze patiënten worden vaak onjuist geadviseerd door niet-artsen om bijnierhormoon supplementen te gaan gebruiken. Dit in tegenstelling tot de echte bijnier insufficiëntie of het Cushing syndroom.
Ross (2018) vond tot nu toe vooral elkaar tegensprekende resultaten in onderzoeken. De methodologie om de functie van de HPA-as te onderzoeken bleek onvoldoende te zijn. Hij vond onvoldoende bewijs voor het bestaan van bijnier vermoeidheid en voor het nut van supplementen om de bijnierfunctie te ondersteunen.
Hives (2017) deed een studie om vast te stellen of onderzoek van 5 specifieke, fysieke symptomen even goed de aanwezigheid van ME/CSF kon voorspellen als het standaard klinisch neurologisch en reumatologisch onderzoek verricht door een arts (diagnostisch accuratesse onderzoek met inter-rater overeenkomst vergelijking). Twee osteopaten deden, onafhankelijk van elkaar, onderzoek naar de fysieke symptomen, waaronder: posturele/mechanische verstoring van de thoracale wervelkolom, varicose lymfe van het borstweefsel, gevoelig Perrin punt, gevoelige plexus coeliacus en verminderde craniaal ritme. 94 deelnemers werden onderzocht, 52 patiënten met ME en 42 zonder. Het gebruik van de fysieke symptomen leek nauwkeurig genoeg te zijn om ME te diagnosticeren en te verbeteren in verhouding tot de huidige diagnostische technieken.
Om de tegenstrijdigheden te versterken, is er tot slot het methodologisch sterke onderzoek van Coste (2021). Die vond dat osteopathie niet beter werkt dan een placebo behandeling bij patiënten met fibromyalgie voor de uitkomsten pijn, vermoeidheid, functioneren en kwaliteit van leven. Zijn conclusie was dat deze bevindingen de toepassing van osteopathie bij fibromyalgie patiënten niet ondersteunt. (JtB)
Literatuur
Titel: We are tired of ‘adrenal fatigue’
Auteurs: Ross, L., Jones, J., Blockman, M.
Verschenen in: S Afr Med J. 2018 Aug 28;108(9):724-725.
Titel: Making A Difference in Adrenal Fatigue
Auteur: Mullur, R.S.
Verschenen in: Endocrine Practice, Volume 24, ISSUE 12, P1103-1105, December 01, 2018
Titel: Osteopathic medicine for fibromyalgia: a sham-controlled randomized clinical trial
Auteurs: Coste, J., Medkour, T., Maigne, J., Pérez, M., Laroche, F., Perrot, S.
Verschenen in: Ther Adv Musculoskel Dis, 2021, Vol. 13: 1–13
Titel: Can physical assessment techniques aid diagnosis in people with chronic fatigue syndrome/myalgic encephalomyelitis? A diagnostic accuracy study
Auteurs: Hives, L., Bradley, A., Richards, J., Sutton, C., Selfe, J., Basu, B., Maguire, K., Sumner, G., Gaber, T., Mukherjee, A., Perrin, R.N.
Verschenen in: BMJ Open 2017;7:e017521
Zorgverleners lopen een hoger risico op het krijgen van een burn-out of het ontwikkelen van compassiemoeheid. Compassiemoeheid wordt geassocieerd met een gevoel van verwarring, hulpeloosheid en een groter gevoel van isolatie van de directe omgeving dan bij burn-out.
Over compassiemoeheid spreken we als er mentale, fysieke en emotionele uitputting ontstaat die voortkomt uit het werken met patiënten die in een constante staat van nood of trauma zijn. Deze uitputting kan leiden tot het onvermogen om te voelen of om voor anderen te zorgen, doordat er desensibilisatie ontstaat ten opzichte van patiënten. Chronische klachten die ermee gepaard gaan zijn depressieve en stress gerelateerde klachten zoals angst.
Op termijn leidt het tot een verminderd vermogen om je in te leven of mee te kunnen voelen met anderen. In wetenschappelijke studies wordt het ook steeds meer benoemd als secundaire traumatische stress. Compassiemoeheid verwijst naar een diepe fysieke en emotionele uitputting bij hulpverleners als deze niet tijdig kunnen bijtanken of regenereren. Er ontstaat een verminderde gevoeligheid voor de verhalen of problemen van de patiënt en daardoor ook een verminderde kwaliteit van zorg die ze leveren. Het valt ook de kern aan van de grootste kracht en motivatie van hun beroepskeuze: compassie en empathie.
Compassiemoeheid ontstaat vaak als coping mechanisme waarbij we alle overweldigende emoties verdrukken om verder te blijven gaan. Burn-out is daarentegen eerder het resultaat van persoonlijke en/of werk gerelateerde stress die gepaard gaat met een verhoogde bevraging. Daarbij ontstaat er een geleidelijk verlies aan energie, doelen en idealisme. Het tekort aan energie kan zich uiten in fysieke en emotionele uitputting. Vaak gaat een burn-out ook gepaard met angst, ongerustheid en kenmerken van depressie waaraan ontevredenheid in het werk en het gevoel van hulpeloosheid ten grondslag ligt.
Salmond (2019) hebben uit een totaal van 23 studies vier syntheses gecreëerd: 1) Centraal in het werk als zorgverleners zijn er significante psychosociale stressoren die bijdragen aan compassiestress en, indien niet gecontroleerd, kunnen leiden tot compassiemoeheid; 2) Bescherming tegen de stress van deze werk- en professionele omgeving vereist dat het individu en het team samen leren hoe te reageren in het heetst van de strijd; 3) Zorgverleners moeten alert zijn op de symptomen van compassiemoeheid die zich presenteren als diepe, progressieve, fysieke en emotionele vermoeidheid: een gevoel dat je gewoon niet verder kan en een gevoel van ontkoppeling en leeglopen gaat ervaren; 4) Compassiemoeheid op afstand houden vereist bewustzijn van de dreiging van compassiemoeheid, symptomen van compassiemoeheid en de behoefte aan balans tussen werk en privéleven en actieve zelfzorgstrategieën.
De stressoren die in de werkomgeving van zorgverleners onder andere een bijdrage kunnen leveren aan het ontwikkelen van compassiemoeheid zijn bijvoorbeeld een slechte personeelsbezetting, hoge werkdruk, toename van de complexiteit van het werken in de zorg.
In de studie van Conversano (2017) wordt gebruik gemaakt van de Professional Quality of Life Scale Versie 5 (ProQOL5) om te onderzoeken of er sprake is van burn-out, compassiemoeheid of secundaire traumatische stress. Deze zou binnen het werkveld van de osteopaat bruikbaar kunnen zijn. Ook moet preventie en management van compassiemoeheid worden erkend. Persoonlijke en organisatorische coping strategieën, maar tevens aanpassingsvermogen, zijn nodig om in staat te blijven medelevende verbinding en zorgzaamheid voort te zetten binnen het werk als zorgverlener. (LvdB)
Literatuur
Titel: Burn-out or Compassion Fatigue: A Comparison of Concepts
Auteurs: Sheree Hanson, J.
Verschenen in: Medsurg Nursing March-April 2020, Vol. 29/No 2.
Titel: Experiences of Compassion fatigue in direct care nurses: a qualitative systematic review
Auteurs: Salmond E., et al.
Verschenen in: The Joanna Briggs Institute, 2019.
Titel: Mindfulness, Compassion, and Self-Compassion among Health Care Professionals: What’s New? A Systematic Review
Auteurs: Conversano C., et al.
Verschenen in: Frontiers in Psychology, July 2020, Vol 11, Article 1683.