Het microbioom speelt een cruciale rol in onze gezondheid, veel meer dan we ooit hadden gedacht. Ontdek hoe deze onzichtbare wereld jouw praktijkvoering kan beïnvloeden.
Het microbioom in vogelvlucht
Het begrip ‘microbiota’ dateert uit de vroege 20e eeuw en verwijst naar de enorme hoeveelheid micro-organismen, zoals bacteriën, gisten en virussen, die in verschillende delen van het menselijk lichaam voorkomen, waaronder de darmen, huid en mondholte. De term ‘microbioom’ omvat alle genetische informatie van deze microben, inclusief hun metabolieten en de omgevingsfactoren waarin ze leven. Hoewel de begrippen microbiota en microbioom vaak door elkaar worden gebruikt, beschrijft het eerste dus de levende micro-organismen en het tweede de bredere genetische samenstelling.
Het menselijk microbioom omvat verschillende soorten microben: archaea (archeoom), bacteriën (bacterioom), eukaryoten (zoals schimmels (mycobioom) en protisten) en virussen (virome). Elk type microbe vervult unieke functies en komt op specifieke plekken in het lichaam voor, bijvoorbeeld de darmen, huid en longen. De dikke darm bevat het grootste aantal bacteriën: 70 procent van de microben bevindt zich in in de tractus digestivus (Sartor, 2008). De meesten daarvan behoren tot de phyla Firmicutes (met bijvoorbeeld Lactobacillus) en Bacteroidetes. Daarnaast zijn er nog vier phyla: Actinobacteria, Proteobacteria (bijvoorbeeld de E.Coli), Fusobacteria en Verrucomicrobia (Hou, 2022).
Tot de virussen behoren de bacteriofagen. De bacteriofagen in de menselijke darm bestaan uit drie klassen:
1) een reeks kernbacteriofagen die bij meer dan de helft van de menselijke bevolking voorkomt;
2) een reeks bacteriofagen die bij 20 tot 50 procent van de individuen wordt aangetroffen;
3) een reeks bacteriofagen die uniek zijn voor de menselijke darmen.
Het gezonde darmfaagoom (aggregaat van bacteriofaag in de darm) is aanzienlijk verminderd bij personen met gastro-intestinale ziekten. Aandacht hiervoor is een nieuwe richting in antibiotica-ontwikkeling (Thomas, 2017).
Unieke microbiomen en hun functies
Het darmmicrobioom speelt een sleutelrol in de spijsvertering en bij het immuunsysteem. Het bevat diverse bacteriën, schimmels en virussen die helpen bij de vertering van voedsel en de bescherming tegen pathogenen. Het huidmicrobioom biedt bescherming tegen schadelijke microben en helpt bij wondherstel. Elk lichaamsdeel heeft een uniek microbieel profiel dat essentieel is voor de algehele gezondheid.
(Hou 2022)
Veranderingen in inzicht
Voorheen werd gedacht dat de omgeving de microben bepaalde. Inmiddels weten we dat microben omgekeerd ook hun omgeving kunnen beïnvloeden. Het microbioom houdt ons immuunsysteem paraat en speelt een rol in het voorkomen van ziekten. Een gezonde interactie tussen microben en het immuunsysteem vanaf de geboorte is essentieel voor de ontwikkeling van een robuust immuunsysteem.
Hoewel de darm aanvankelijk en continu wordt bezaaid door bacteriën die uit externe bronnen zijn verkregen, stellen we vast dat over evolutionaire tijdschalen de samenstelling van de darmmicrobiota onder mensapensoorten fylogenetisch geconserveerd is en is afgeweken op een manier die consistent is met verticale overerving (Ochman, 2010). Tevens is het zo dat de optimale donor moeilijk te vinden is (Atanasios, 2023).
Faecesanalyse laat een grote variatie zien en is daarom moeilijk te interpreteren (Hesman-Sey 2014). Het darmmicrobioom is in de loop van de tijd stabiel, maar vertoont een hoge volatiliteit. Het kan worden voorspeld op basis van eerdere toestanden, die een evenwicht laten zien tussen stabiliteit en verandering in de samenstelling ervan (Zuzanna, 2023).
Kanttekening
Laterale of horizontale genoverdracht (LGT) speelt een cruciale rol in de evolutie en aanpassing van organismen in competitieve omgevingen, waaronder de darmen. Het uiteindelijke gevolg van LGT is de voorbijgaande of permanente verwerving door de ontvangende cel(len) van nieuwe – positieve of negatieve – functionele kenmerken dankzij de incorporatie van het DNA uit de donorcel(len). Laterale genoverdracht in het darmmicrobioom kan dus leiden tot misleidende taxonomische attributies. Hierdoor worden nauwkeurige soort-functiekoppelingen belemmerd die cruciaal zijn voor het begrijpen en optimaliseren van de darmfunctie.
Consequenties voor de osteopaat
• Distensie door gasvorming, resulterend in viscerale hypersensitiviteit (VHS), dus buikpijn (Lin, 2015).
• De colon transit-time (TT) – en dus darmfunctie – is afhankelijk van een juiste balans (eubiosis). Bij hogere aantallen microben is er een langere CTT (dysbiosis) hetgeen kan resulteren in meer gasvorming (Roager, 2016).
Behandelingen en toepassingen
• Pre- en probiotica: Supplementen die de balans van het microbioom kunnen herstellen door respectievelijk voedingsstoffen voor goede bacteriën en de levende goede bacteriën zelf te leveren.
• Fecale transplantaties: Gebruikt om darmdysbiose te behandelen door gezonde bacteriën van een donor naar een patiënt over te brengen.
Conclusie
Voor osteopaten is het van cruciaal belang om de complexiteit van het microbioom te begrijpen. Deze kennis kan helpen bij het bepalen van de juiste behandeling of doorverwijzing van een patiënt naar een specialist. Het microbioom beïnvloedt vele aspecten van de gezondheid. Een grondige kennis hiervan kan de effectiviteit van osteopathische behandelingen aanzienlijk verbeteren.
Auteur: Sander Kales
Literatuur
Athanasios et al. (2023). What is the “optimal formula” for donor selection and feces processing for fecal microbiota transplantation in ulcerative colitis?. Chinese Medical Journal, 136(12):1410-1412.
Hesman-Sey, T. (2014) https://www.sciencenews.org/blog/gory-details/heres-poop-getting-your-gut-microbiome-analyzed
Hou, K., Wu, ZX., Chen, XY. et al. Microbiota in health and diseases. Sig Transduct Target Ther 7, 135 (2022). https://doi.org/10.1038/s41392-022-00974-4
Lin, You-Min, et al. “Colon distention induces persistent visceral hypersensitivity by mechanotranscription of pain mediators in colonic smooth muscle cells.” American Journal of Physiology-Gastrointestinal and Liver Physiology 308.5 (2015): G434-G441.
Montgomery, D. (2016). The Hidden Half of Nature; The Microbial Roots of Life and Health.
Ochman H, Worobey M, Kuo C-H, Ndjango J-BN, Peeters M, Hahn BH, et al. (2010) Evolutionary Relationships of Wild Hominids Recapitulated by Gut Microbial Communities. PLoS Biol 8(11): e1000546. https://doi.org/10.1371/journal.pbio.1000546
Roager, H., Hansen, L., Bahl, M. et al. Colonic transit time is related to bacterial metabolism and mucosal turnover in the gut. Nat Microbiol 1, 16093 (2016). https://doi.org/10.1038/nmicrobiol.2016.93
Sartor, R Balfour. “Microbial influences in inflammatory bowel diseases.” Gastroenterology vol. 134,2 (2008): 577-94. doi:10.1053/j.gastro.2007.11.059
Thomas, Sunil, et al. “The host microbiome regulates and maintains human health: a primer and perspective for non-microbiologists.” Cancer research 77.8 (2017): 1783-1812.
Zuzanna, Karwowska., Paweł, Szczerbiak., Tomasz, Kosciolek. (2023). Microbiome time series data reveal predictable patterns of change. bioRxiv, doi: 10.1101/2023.06.08.544023
Ontdek hoe een gezond darmmicrobioom niet alleen de spijsvertering bevordert, maar ook een cruciale rol speelt bij het verlichten van buikklachten. Leer over de impact van dysbiose en hoe osteopaten hierop kunnen inspelen.
Het darmmicrobioom speelt een cruciale rol in ons lichaam. Het is betrokken bij verschillende functies, zoals de spijsvertering, het immuunsysteem en de productie van vitaminen en korte-ketenvetzuren. Hoewel er geen sluitende definitie bestaat van een gezond microbioom weten we uit onderzoek dat een disbalans in het microbioom – ook wel dysbiose genoemd – geassocieerd is met diverse ziektebeelden, afhankelijk van welke microbioom-orgaan-as is aangedaan. Zo is een dysbiose in verband gebracht met o.a. neurodegeneratieve aandoeningen, huidproblemen en het prikkelbare darmsyndroom (PDS of IBS, Irritable Bowel Syndrome).
Dysbiose kan leiden tot verschillende symptomen, afhankelijk van welke specifieke microbioom-orgaan-as wordt beïnvloed. Wanneer bijvoorbeeld de darm-hersen-as is aangedaan, kunnen klachten zoals buikpijn, opgeblazen gevoel, diarree of obstipatie optreden. PDS/IBS wordt tegenwoordig gezien als een stoornis van de brain-gut- microbiota interaction. Dit concept benadrukt dat PDS/IBS niet alleen een lokale aandoening van de darm is, maar een complexe aandoening waarbij de interactie tussen de hersenen, het darmmicrobioom en het darmzenuwstelsel een centrale rol speelt.
Viscerale hypersensitiviteit, een verhoogde gevoeligheid voor pijnprikkels, speelt een rol in de buikpijnklachten bij mensen met PDS/IBS. Deze overgevoeligheid kan ervoor zorgen dat normale darmbewegingen of milde distensie van de darmen als pijnlijk worden ervaren, hetgeen bijdraagt aan de chronische buikpijn die vaak wordt gemeld door PDS-patiënten. De interactie tussen het darmmicrobioom en het zenuwstelsel kan deze hypersensitiviteit versterken, waardoor de drempel voor pijnperceptie verlaagd wordt.
Inmiddels zijn er verschillende technieken beschikbaar om het darmmicrobioom via ontlastingsonderzoek in kaart te brengen. Het meest gangbaar is 16S rRNA-gen sequencing voor het analyseren van de bacteriële samenstelling in darmmicrobioom- studies, zowel in wetenschappelijk onderzoek als bij klinische toepassingen. Dit ontlastingsonderzoek kan inzicht geven in de samenstelling van de darmflora en helpen bij het identificeren van bacteriën die over- of ondervertegenwoordigd zijn en hierdoor bijdragen aan het ontstaan van een dysbiose. De interpretatie van deze resultaten is essentieel voor het ontwikkelen van gerichte behandelingen – waaronder probiotica of dieetinterventies – die kunnen bijdragen aan het herstel van een gezond microbioom.
Recente studies hebben aangetoond dat het inzetten van pre- en probiotica de symptomen van buikpijn bij PDS-patiënten kan verlichten. Dit benadrukt het belang van het microbioom in de pathofysiologie van buikklachten en de noodzaak voor verder onderzoek naar de rol van specifieke bacteriële soorten in de ontwikkeling van deze aandoeningen. Zo worden gerichte interventies mogelijk.
Conclusie: de relatie begrijpen tussen het darmmicrobioom en buikklachten is van groot belang voor het verbeteren van therapeutische strategieën. In de basisopleiding osteopathie worden met name viscerale en craniosacrale technieken geadviseerd bij buikklachten. Door nog breder aan de slag te gaan met het optimaliseren van de hersen-darm-microbiota-as kunnen buikklachten mogelijk nog beter aanpakt worden. Microbioom-analyse via ontlastingsonderzoek kan, mits juist geïnterpreteerd, inzicht geven in de aanwezigheid van een dysbiose en aanvullende therapeutische opties geven.
Auteur: Robert Kuizenga
Literatuur
Cremon, C., Guglielmetti, S., Gargari, G., Taverniti, V., Castellazzi, A., Valsecchi, C., Barbara, G., Effect of lactobacillus paracasei cncm i‐1572 on symptoms, gut microbiota, short chain fatty acids, and immune activation in patients with irritable bowel syndrome: a pilot randomized clinical trial’, United European Gastroenterology Journal, 6(4), 604-613 (2018). https://doi.org/10.1177/2050640617736478
Ford, A., ‘Irritable bowel syndrome’, New England Journal of Medicine, 376(26), 2566-2578 (2017). https://doi.org/10.1056/nejmra1607547
Hod, K., Sperber, A., Ron, Y., Boaz, M., Dickman, R., Berliner, S., Dekel, R., ‘A double‐blind, placebo‐controlled study to assess the effect of a probiotic mixture on symptoms and inflammatory markers in women with diarrhea‐predominant IBS’, Neurogastroenterology & Motility, 29(7) (2017). https://doi.org/10.1111/nmo.13037
Liu, Y., Zhang, S., Wu, X., Li, Q., Wang, Y., Huang, YLu, X., ‘Instant messaging client gives the opportunity to recognize gut microbiota and dysbiosis-related disease: an investigation study on wechat app’, Digital Health, 8, 205520762211150 (2022). https://doi.org/10.1177/20552076221115018
Madempudi, R., Ahire, J., Neelamraju, J., Tripathi, A., & Nanal, S., ‘Randomized clinical trial: the effect of probiotic bacillus coagulans unique is2 versus placebo on the symptoms management of irritable bowel syndrome in adults’, Scientific Reports, 9(1) (2019). https://doi.org/10.1038/s41598-019- 48554-x
McFarland, L., Karakan, T., & Karataş, A., ‘Strain-specific and outcome- specific efficacy of probiotics for the treatment of irritable bowel syndrome: a
systematic review and meta-analysis’, Eclinicalmedicine, 41, 101154 (2021). https://doi.org/10.1016/j.eclinm.2021.101154
Nabi, M., Nauhria, S., Reel, M., Elmiry, M., Ramdass, P., ‘Endometriosis and irritable bowel syndrome: a systematic review and meta-analyses’, Frontiers in Medicine, 9 (2022). https://doi.org/10.3389/fmed.2022.914356
Parigi, T., Efficacy, safety, and concerns on microbiota modulation, antibiotics, probiotics, and fecal microbial transplant for inflammatory bowel disease and other gastrointestinal conditions: results from an international survey’’, Micro- organisms, 11(11), 2806 (2023). https://doi.org/10.3390/microorganisms11112806
Sun, Y., Li, M., Li, Y., Li, L., Zhai, W., Wang, P., Zuo, X., ‘The effect of clostridium butyricum on symptoms and fecal microbiota in diarrhea-dominant irritable bowel syndrome: a randomized, double-blind, placebo-controlled trial’ Scientific Reports, 8(1) (2018). https://doi.org/10.1038/s41598-018-21241-z
Sundin, J., Rangel, I., Fuentes, S., Jong, H., Hultgren-Hörnquist, E., Vos, W., Brummer, R., ‘Altered faecal and mucosal microbial composition in post‐infectious irritable bowel syndrome patients correlates with mucosal lymphocyte phenotypes and psychological distress’, Alimentary Pharmacology & Therapeutics, 41(4), 342-351 (2014). https://doi.org/10.1111/apt.13055
Tecchio, C., Dumitru, I., Alexandrescu, L., Petcu, L., & Dumitru, E., ‘Does rifaximin offer any promise in Crohn's disease in remission and concurrent irritable bowel syndrome-like symptoms?’, Medicine, 100(1), e24059 (2021). https://doi.org/10.1097/md.0000000000024059
Théodorou, V., Ait-Belgnaoui, A., Agostini, S., & Eutamène, H., ‘Effect of commensals and probiotics on visceral sensitivity and pain in irritable bowel syndrome’, Gut Microbes, 5(3), 430-629 (2014). https://doi.org/10.4161/gmic.29796
Xie, W., Yang, X., Xia, H., Wu, L., & He, X., ‘Hair regrowth following fecal microbiota transplantation in an elderly patient with alopecia areata: a case report and review of the literature’, World Journal of Clinical Cases, 7(19), 3074-3081 (2019). https://doi.org/10.12998/wjcc.v7.i19.3074
Yang, M., Hong, G., Jin, Y., Li, Y., Li, G., & Hou, X., ‘Mucosal-associated microbiota other than luminal microbiota has a close relationship with diarrhea-predominant irritable bowel syndrome’, Frontiers in Cellular and Infection Microbiology, 10 (2020). https://doi.org/10.3389/fcimb.2020.515614
Zhang, T., Zhang, C., Zhang, J., Sun, F., & Duan, L., ‘Efficacy of probiotics for irritable bowel syndrome: a systematic review and network meta-analysis’, Frontiers in Cellular and Infection Microbiology, 12 (2022). https://doi.org/10.3389/fcimb.2022.859967
De invloed van bepaalde gassen op onze darmen en het microbioom is een onderwerp dat vaak over het hoofd wordt gezien. De gezondheid van ons darmstelsel heeft een directe impact op ons algehele welzijn. Gassen spelen hierbij een cruciale rol.
De darmen van een gemiddeld persoon produceren normaal gezien ongeveer 0,2 liter tot 1,5 liter gas per dag. Waterstof (H), koolstofdioxide (CO 2 ) en methaan (CH 4 ) zijn de meest voorkomende gassen. Zij vormen 99 procent van de geproduceerde gassen en zijn geurloos. Het klinkt als een grote hoeveelheid, maar is heel normaal. Produceer je echter te veel gassen, dan kan dit klachten geven. Denk aan obstipatie, buikpijn, boeren en veel winderigheid. Daarnaast wordt een overproductie van darmgassen steeds vaker gerelateerd aan ziektes.
Veel voedingsmiddelen die gezond zijn voor ons, werken tevens gasvorming in de hand, denk aan bonen, groenten en granen met veel vezels. Het is daarom erg belangrijk dat we die goed kunnen verteren. Gebeurt dit onvolledig, dan gaan deze voedingsbronnen fermenteren en produceren ze meer gassen. Voor een goede vertering hebben we een microbioom nodig dat dit ook kan. Door veel factoren kan ons microbioom negatief beïnvloedt worden. Het kan dus zeer zinvol zijn om de voorgeschiedenis van de darmgezondheid en het microbioom van een patiënt uit te vragen en te kijken of iemand voldoende voedingsstoffen tot zich neemt om überhaupt een gezonde gasvorming te ontwikkelen.
Wat gebeurt er met de gassen als we hiervan te veel produceren? Gelukkig is flatulentie niet de methode om ze kwijt te raken. Een groot deel van deze gassen wordt namelijk vanuit de darm opgenomen in de bloedsomloop. In de bloedsomloop worden verschillende mechanismen ingezet om ze op te vangen en te transporteren naar de longen, vanwaaruit de gassen ons lichaam weer verlaten. Voor de geneeskunde is dit interessant, omdat deze longgassen meetbaar zijn en die gegevens kunnen iets zeggen over de functie van ons microbioom. Voor osteopaten is dit inzicht ook relevant. Het kan ons helpen om bepaalde fenomenen, zoals de beweeglijkheid van het bindweefsel rondom de organen of een bepaalde positie van de borstkas en de ademhalingsspieren, in de praktijk beter te begrijpen.
De aanwezigheid van bepaalde gassen in de bloedsomloop is ook om andere redenen interessant. Als deze zich binnen een bepaalde norm bevinden, ondersteunen ze namelijk de werking van veel fysiologische functies. Zo stimuleert een toename van koolstofdioxide in het bloed de opname van zuurstof. Opname van zuurstof in cellen maakt energie vrij. Daarnaast neemt de doorbloeding in de regio toe. Dit ondersteunt alle processen in de buurt van de darmen. Osteopaten houden zich onder andere bezig met doorbloeding van de buik. Begrip van deze relaties kan hierbij helpen om het herstel van de patiënt te optimaliseren en/of vroegtijdig te signaleren of doorverwijzing naar een andere specialist noodzakelijk is.
Auteur: Joost veldhuizen
Literatuur
Bouman, L., Muntinga, J., & Bakels, R., Leerboek medische fysiologie (Bohn Stafleu van Loghum eBooks, 2018).
Kalantar-Zadeh, K., Berean, K. J., Burgell, R. E., Muir, J. G., & Gibson, P. R., ‘Intestinal gases: influence on gut disorders and the role of dietary manipulations’, Nature Reviews Gastroenterology & Hepatology, 16(12), 733–747 (2019).
Mutuyemungu, E., Singh, M., Liu, S., & Rose, D. J., ‘Intestinal gas production by the gut microbiota: A review’, Journal of Functional Foods, 100, 105367 (2023).
In de wereld van complementaire gezondheidszorg speelt het microbioom een cruciale rol. Recent onderzoek toont aan dat verstoringen – dysbioses – in dit complexe ecosysteem van microben verband houden met diverse gezondheidsproblemen. Bijvoorbeeld neurologische aandoeningen en musculoskeletale ziekten zoals osteoporose, sarcopenie en artrose (Majid, 2023; Maria, 2021). Het belang van een evenwichtig microbioom moet daarom niet worden onderschat.
Levensstijl en voedingsgewoonten kunnen het evenwicht in het microbioom aanzienlijk beïnvloeden. Als door veranderingen hierin de balans verschuift in de richting van schadelijke microben, kunnen bestaande onevenwichtigheden verergeren. En dat leidt tot een reeks gezondheidsproblemen (Bashkar, 2024).
Wat betekent dit voor onze patiënten?
Osteopaten spelen een essentiële rol in het informeren van patiënten over de invloed van het microbioom op hun algehele gezondheid, en specifiek op het bewegingsapparaat. Uit onderzoek blijkt dat de microbiota, zelfs in traditioneel steriele gebieden zoals de botmatrix, een invloed kunnen hebben op botremodellering, immuunsysteemstimulatie en de gezondheid van het bewegingsapparaat. Dysbiose kan bijvoorbeeld leiden tot osteomyelitis, een aandoening die de botgezondheid ernstig kan schaden.
Daarnaast zijn de darmmicrobiota en hun metabolieten van groot belang voor het reguleren van de ontwikkeling en het behoud van het bewegingsapparaat. Het microbioom gunstig beïnvloeden via voeding, probiotica en andere interventies kan in het verlengde daarvan dan ook een positieve invloed hebben op de botgezondheid en het algemene welzijn van de patiënt.
Voedingssupplementen en darmgezondheid
Een concreet voorbeeld van hoe osteopaten patiënten kunnen ondersteunen, is het adviseren van suppletie met vitamine D3 en calcium. Deze voedingsstoffen spelen een cruciale rol in de gezondheid van de darmen. De actieve vorm van vitamine D3 verbetert de calciumopname in de darmen en is essentieel voor de vorming van darmvilli en microvilli. Bovendien kan het schade aan het darmslijmvlies door toxische stoffen zoals cadmium verminderen (Christakos et al., 2011; Noda et al., 1978). Voldoende vitamine D bevordert de aanwezigheid van probiotische bacteriën en ondersteunt de integriteit van de darmbarrière. Daarentegen kan een tekort aan vitamine D leiden tot een toename van schadelijke bacteriën en darmontstekingen (Anjos et al., 2021). Deze inzichten onderstrepen het belang van voldoende niveaus van vitamine D en calcium voor een optimale darmgezondheid en een evenwichtige darmmicrobiota. Osteopaten kunnen een waardevolle bijdrage leveren aan het bevorderen van de gezondheid van hun patiënten door aandacht te besteden aan het microbioom als een integraal onderdeel van de osteopathische zorg.
Auteur: Nadi Blokhuis
Literatuur
Anjos, A.C., Andrade, M.V., Santos, A.C., Bezerra, D.M., Fenelon Júnior, M.A., & Jesus, J.R., ‘Influência da deficiência de vitamina D sobre a disbiose intestinal: Uma revisão sistemática’, Research, Society and Development, (2021).
Bhaskar, Saha., A, T, Rithi., Subhamay, Adhikary., Antara, Banerjee., Arun, Kumar, Radhakrishnan., Asim, K., Duttaroy., Surajit, Pathak., ‘Exploring the relationship between diet, lifestyle and gut microbiome in colorectal cancer development: a recent update’, Nutrition and Cancer (2024). https://doi:10.1080/01635581.2024.2367266
Christakos S., Chapter 18 – Regulation of intestinal calcium and phosphate absorption by vitamin D, Department of Biochemistry and Molecular Biology, University of Medicine and Dentistry of New Jersey-New Jersey Medical School and Graduate School of Biomedical Sciences, Newark, New Jersey 07103 (2011)
Majid, Taati, Moghadam., Andrés, Alexis, Ramírez-Coronel., Samaneh, Darijani., Majidreza, Akbarizadeh., Mahin, Naderifar., Shahla, Shahbazi., Amin, Sadeghi, Dousari., Reza, Akhavan-Sigari., ‘Perturbations in microbiota composition as a novel mediator in neuropsychiatric, neurological and mental disorders: Preventive and therapeutic complementary therapies to balance the change’, Current Alzheimer Research (2023). https://doi:10.2174/1567205020666230718160914
Maria, Papageorgiou., Emmanuel, Biver., ‘Interactions of the microbiome with pharmacological and non-pharmacological approaches for the management of ageing-related musculoskeletal diseases’ Therapeutic Advances in Musculoskeletal Disease (2021). https://doi:10.1177/1759720X211009018
Noda, S., Kubota, K., Yamada, K., Yoshizawa, S., Moriuchi, S., & Hosoya, N., ‘The effect of vitamin D3 and dietary calcium level on the cadmium-induced
morphological and biochemical changes in rat intestinal mucosa’, Journal of Nutritional Science and Vitaminology, 24 4, 405-18 (1978).