Wat zijn verklevingen in de buik precies, hoe ontstaan deze? En welke buikklachten kunnen wij goed behandelen als osteopaat? Er is onderzoek gedaan naar het Prikkelbare Darm Syndroom (PDS), constipatie en infantiele koliek. Met wisselend resultaat.
Als osteopaat zijn wij altijd op zoek naar restricties of ‘verklevingen’. Maar wat is zo’n verkleving nou precies en hoe ontstaat die in onze buik?
Het vermoeden bestond al dat speciale immuuncellen, macrofagen genaamd, een beslissende rol spelen bij de ontwikkeling van verklevingen. Macrofagen worden gevonden in wat peritoneale vloeistof wordt genoemd, een smeermiddel tussen het peritoneum, en een soortgelijke voering rond de organen in de buikholte. Macrofagen zwemmen passief rond in deze vloeistof, net als plankton in de zee. Hun taken omvatten het elimineren van ziekteverwekkers, maar ook het zo snel mogelijk dichten van verwondingen in de buikholte. Bij een verwonding in de buikholte komen de macrofagen binnen enkele minuten in actie om stolselachtige structuren te vormen. Daarmee wordt de verwonding verholpen.
Dit werkt prima bij kleine verwondingen, maar bij grote verwondingen gebeurt er wat anders. De macrofagen verliezen hun controle, de stolsels stoppen niet met groeien en vormen lange strengen. Onderzoekers van de universiteit van Bern konden aantonen dat deze strengen de oorzaak zijn van de verklevingen.
Maar wat is nou het effect van osteopathie op buikklachten zoals bij PDS, constipatie en infantiele koliek? De effecten van buikmassage op veranderingen in darmmotiliteit, viscerale overgevoeligheid en het mogelijke mechanisme, zijn onderzocht door Li et al. Daaruit kwam naar voren dat continue buikmassage de darmtransit en viscerale overgevoeligheid van PDS kunnen verbeteren en het aantal mestcellen of mastocyten (gespecialiseerde cellen die zich bevinden in weefsels die in contact staan met de buitenwereld) kunnen verlagen, wat de ernst van de symptomen kan verlichten. Deze resultaten suggereren dat continue buikmassage de geschikte aanvullende therapie is voor de behandeling van PDS.
Erdrich et al analyseerde meerdere onderzoeken op de effectiviteit van manuele therapie voor de behandeling van constipatie. Daaruit blijkt dat manuele therapie een effect kan hebben op de symptomen van constipatie, maar het bewijs hiervoor is zeer gering.
Naast de aandoeningen die bij volwassenen vaak voorkomen is er ook gekeken naar buikklachten bij baby’s. Infantiele koliek is een aandoening die voorkomt bij maximaal 25% van de zuigelingen en wordt gekenmerkt door overmatig huilen. Twee studies hebben gekeken wat wij met manuele handelingen kunnen bereiken. Uit beide studies bleek echter geen significant verschil in klachtenvermindering of huilen. In beide groepen verminderde het huilen.
Literatuur
Titel: Does a manual therapy approach improve the symptoms of functional constipation? A systematic review of the literature.
Auteur: Erdrich, L. M., Reid, D., & Mason, J.
Verschenen in: International Journal of Osteopathic Medicine (2020).
Titel: Identifying potential treatment effect modifiers of the effectiveness of chiropractic care to infants with colic through prespecified secondary analyses of a randomised controlled trial.
Auteur: Vilstrup Holm L. et al.
Verschenen in: Chiropractic & Manual Therapies volume 29, Article number: 16 (2021)
Titel: The effect of chiropractic care on infantile colic: results from a single-blind randomised controlled trial.
Auteur: Vilstrup Holm L. et al.
Verschenen in: Chiropractic & Manual Therapies volume 29, Article number: 15 (2021)
Titel: Abdominal Massage Reduces Visceral Hypersensitivity via Regulating GDNF and PI3K/AKT Signal Pathway in a Rat Model of Irritable Bowel Syndrome.
Auteur: Li, B. et al.
Verschenen in: Evidence-Based Complementary and Alternative Medicine, vol. 2020, Article ID 3912931, 10 pages, 2020.
Titel: Controlling adhesions in the abdomen.
Auteur: University of Bern.
Verschenen in: ScienceDaily, 5 March 2021.
Wereldwijd kampt bijna 20% van de populatie met klachten van het Prikkelbare Darm Syndroom (PDS). Als na medisch onderzoek geen sprake blijkt te zijn van een allergie, worden deze symptomen vaak niet serieus genomen.
De etiologie van het Prikkelbare Darm Syndroom (PDS) is onduidelijk. Bij een voedingsallergie geeft het lijf een algemene immuunreactie af. Bij een voedingsintolerantie is er alleen sprake van een lokale immuunreactie in de darmwand. In de osteopathische praktijk zien we vooral mensen met intoleranties, en dan met name voor gluten en lactose. Welke biologische mechanismen liggen hieraan ten grondslag?
Onderzoekers aan de Katholieke Universiteit Leuven ontdekten dat de mastcellen die histamine vrijmaken na contact met bepaalde voedingsmiddelen zorgen voor de buikpijn. Daarnaast zagen ze bij muizenonderzoek dat een intolerantie zou kunnen starten bij een algemene darminfectie. Deze hypothese, waarbij het toevallig aanwezig zijn van een bepaald voedingsmiddel tijdens zo’n algemene darminfectie mogelijk uitgroeit tot een voedingsintolerantie, zou een stap voorwaarts kunnen zijn in het onderzoek naar het ontstaan van PDS.
Wetenschappers in Groot-Brittannië onderzochten zeer gedetailleerd gegevens van darmorganoïden. Ze onderzochten genen die belangrijke ‘master regulators’ in de darm zijn en die geassocieerd worden met klachten van PDS. Daarbij zien ze dat Paneth-cellen de antimicrobiële peptiden vrijgeven om de darm te beschermen tegen ziekteverwekkers. De globetcellen geven slijm af om een beschermende barrière te creëren. Organoïden kunnen ook worden aangepast om het relatieve belang van verschillende celtypen binnen het systeem te bestuderen en om interacties tussen verschillende genen in gezonde of zieke cellen te onderzoeken. Door organoïden te onderzoeken die zijn gegenereerd door patiënten met PDS kunnen de effecten van geneesmiddelen of probiotica op deze celtypen worden geanalyseerd.
Meer onderzoek bij muizen en aansluitend ook op mensen is nodig, om in de toekomst een gerichte therapie te kunnen ontwikkelen.
Literatuur
Titel: Local immune response to food antigens drives meal-induced abdominal pain.
Auteurs: J. Aguilera-Lizarraga et. al.
Verschenen in: Nature 590, 2021; 151–156. doi.org/10.1038/s41586-020-03118-2
Titel: Regulatory network analysis of Paneth cell and globet cell enriched gut organoids using transcriptomics approaches.
Auteurs: A. Treveil et. al.
Verschenen in: Molecular Omics, 2020 Feb 17; 16(1):39-58. doi: 10.1039/c9mo00130a
Activatie van het cholinergische anti-inflammatoire systeem door osteopathische manipulatieve behandeling (OMT) of door directe vagus stimulatie, kan ervoor zorgen dat er lagere doseringen van anti-inflammatoire medicatie nodig zijn.
Dit zou de ziektekosten verlagen en mogelijke bijwerkingen van dergelijke medicatie voorkomen. De inflammatoire reflex is een endogeen mechanisme dat reageert op acute en chronische pro-inflammatoire stimuli zoals lokaal weefsel letsel, pathogene factoren, en reumatoïde of auto-immuun ziektes. Deze reflex wordt geactiveerd door lokale inflammatoire mediatoren. Denk daarbij aan cytokinen of pathogene producten. Deze worden door afferente vagale zenuwvezels gedetecteerd en projecteren op het centrale zenuwstelsel. Ze activeren de efferente reflexboog die gebruik maakt van efferente vagale zenuwvezels om de cytokineproductie te inhiberen.
De onderzoekers randomiseerden gezonde, volwassen proefpersonen in drie groepen: atlanto-occipitale decompressie (AOD), auriculaire vagale elektrostimulatie (VNS) en geen interventie. Speeksel werd afgenomen voor en na de interventies om de concentraties cytokinen te bepalen. Arteriële bloeddruk en het elektrocardiogram werden voor, tijdens en na de interventie opgemeten om de hartslag en bloeddruk-variabiliteit te registreren (indices van de vagale en sympathische functie). Zowel OAD als VNS lieten een anti-inflammatoir effect zien, dat was geassocieerd met een toename in hartslagvariabiliteit. Deze bevindingen suggereren dat OAD en VNS de parasympatische anti-inflammatoire reflex stimuleren.
Literatuur
Originele titel: Activation of the cholinergic anti-inflammatory reflex by occipitoatlantal decompression and transcutaneous auricular vagus nerve stimulation.
Auteurs: Kania, A.M., Weiler, K.N., Kurian, A.P., Opena, M.L., Orellana, J.N., Stauss, H.M.
Verschenen in: Journal of Osteopathic Medicine 2021; 121(4): 401–415
Tabeke stelt dat zoogdieren zuurstofrijk gas en vloeistof via het gastro-intestinaal stelsel kunnen opnemen. Is de gasuitwisseling een belangrijke factor bij darmproblematiek?
Een aantal zeeorganismen heeft unieke intestinale ademhalingsmechanismen ontwikkeld waardoor ze in omstandigheden met lage zuurstofgehaltes kunnen overleven. Hierbij gebruiken ze dus niet hun longen of kieuwen, maar het gastro-intestinale systeem. Takebe’s onderzoek toont aan dat er ook intestinale ademhalingsmechanismen zijn in ratten, muizen en varkens.
De dieren bleken bij ademhalingsproblematiek gebaat te zijn bij de aanvoer van zuurstofrijke vloeistoffen via het rectum. Na toediening hadden de dieren een langer uithoudingsvermogen tijdens fysieke activiteit en een hoger zuurstofgehalte in hun hart. Ook via de gastro-intestinale vloeistoffen komt dus zuurstof in de circulatie terecht en nemen symptomen van respiratoire insufficiëntie af. In de recente SARS-COV-2 pandemie ligt hierin wellicht een extra mogelijkheid om patiënten te ondersteunen bij respiratoire insufficiëntie.
Bovenstaand onderzoek wijst naar klinische situaties waarin het zuurstofgehalte dusdanig laag is, dat het organisme de extra mogelijkheid aangrijpt om zuurstof op te nemen via de darmen. De vraag is onder welke voorwaarden er aanspraak wordt gemaakt door zoogdieren, waaronder mensen, op deze extra manier van zuurstofopname in ons gastro-intestinaal stelsel.
Bij de embryologische ontwikkeling zien we dat de luchtwegen uit de primitieve darm ontstaan. Na de geboorte moet een overgang plaatsvinden van opname van zuurstof via het bloed uit de navelstreng naar gas in de longen. Een opgeblazen gevoel bij baby’s is daarom mogelijk ook te relateren aan de gasopnamefunctie van het gastro-intestinaal stelsel. De dikke darm moet zich ontwikkelen om gas op te kunnen nemen. Het zou zo kunnen zijn dat bijvoorbeeld patiënten met het prikkelbare darm syndroom deze gassen niet goed verwerken en dat er daardoor spanning in de buik ontstaat.
Literatuur
Titel: Mammalian enteral ventilation ameliorates respiratory failure.
Auteurs: Ryo Okabe, Toyofumi F. Chen-Yoshikawa, Yosuke Yoneyama, Yuhei Yokoyama, Satona Tanaka, Akihiko Yoshizawa, Wendy L. Thompson, Gokul Kannan, Eiji Kobayashi, Hiroshi Date, Takanori Takebe.
Verschenen in: Med, 2021; DOI: 10.1016/j.medj.2021.04.004
Uit onderzoek blijkt dat onze mond en darmen elkaar beïnvloeden. Dit schept nieuwe mogelijkheden voor de diagnose, onderzoek en behandeling van patiënten met inflammatoire darmziekten (IDZ).
Het wordt steeds duidelijker dat het orale microbioom een belangrijke rol speelt bij de regulatie van onze gezondheid en dat deze eventueel als mechanisme gebruikt kan worden voor de diagnose en/of prognose van inflammatoire darmziekten (IDZ). Er wordt dan ook wel geschreven over een ‘oral-gut axis’ en zelfs een ‘gum-gut axis’ (Byrd & Gulati, 2021). Inmiddels zijn er meer dan 50 systemische aandoeningen gelinkt aan gingivitis, periodontitis en IDZ en spreekt men van een bi-directionele relatie tussen de mond en darmen. De achterliggende mechanismen zijn echter nog niet duidelijk.
Byrd en Gulati vermoedden dat er sprake is van een positieve terugkoppeling tussen de mond en de darmen. Langdurige verstoring van het orale immuunsysteem leidt tot het ontstaan van een ‘gum-gut axis’ waarbij er dysbiose ontstaat van het microbioom van het tandvlees.
Kitamoto et al ontdekten dat er bij IDZ sprake was van overgroei van bacteriën in de darmen die normaliter in de mond voorkomen. Wat blijkt? Als er sprake is van een disbalans van het microbioom van de mond, dan ontstaan er meer pathobionten in de mond. Deze kunnen direct via het speeksel in de darmen terecht komen en zo het immuunsysteem van de darm beïnvloeden. Daarnaast zal het immuunsysteem meer T-cellen produceren in de mond en deze kunnen via het lymfestelsel terecht komen in de darmen. Een gezond darmstelsel kan dit goed weerstaan. Bij IDZ leidt dit echter tot verergering van de inflammatoire reacties.
Kortom een goede orale gezondheid, hygiëne en microbioom is enorm belangrijk. Om positieve terugkoppeling te verminderen zou een behandeling zich eigenlijk moeten richten op herstel van het orale- en darmsysteem. Dus weet dat als je goed voor je tandvlees en tanden zorgt, je ook je darmen helpt.
Een lage vagale tonus komt volgens Bonaz et al frequent voor bij IDZ. Zij beschrijven dat de nervus vagus mogelijk een cholinerge anti-inflammatoire rol vervult. Verbetering van de vagale tonus zou kunnen leiden tot verminderde permeabiliteit van de darmen en een inhibitie van de perifere inflammatie. Stress speelt vaak een grote rol bij het ontstaan en voortbestaan van een lage vagale tonus. Het herstellen van de autonome balans heeft dan ook de hoogste prioriteit.
Arienti et al beschrijft dat de CV4 techniek en rib-raising leiden tot een meer parasympatische staat. Hoewel er sprake is van een kleine onderzoeksgroep zijn deze resultaten veelbelovend voor de osteopathie. Cerritelli et al beschrijft namelijk eenzelfde ‘hyperparasympathetic effect’. Het autonome zenuwstel, centrale autonome netwerk en onze interoceptie bemiddelen deze processen.
De osteopathische lokale behandeling van aangedane weefsels van ons algehele spijsverteringsstelsel zou overigens kunnen leiden tot verandering van de cytokineniveaus en dit leidt tot minder pijn. Vermindering van de pro-inflammatoire staat van het weefsel, zou kunnen leiden tot verminderde neurogene neuro-inflammatie en dus kunnen helpen om de cyclus van positieve terugkoppeling te doorbreken.
Literatuur
Titel: Variations of HRV and skin conductance reveal the influence of CV4 and Rib Raising techniques on autonomic balance: A randomized controlled clinical trial.
Auteurs: Arienti, C., Farinola, F., Ratti, S., Daccò, S., & Fasulo, L.
Verschenen in: Journal of Bodywork and Movement Therapies (2020), 24(4), 395–401.
Titel: The Vagus Nerve at the Interface of the Microbiota-Gut-Brain Axis.
Auteurs: Bonaz, B., Bazin, T., & Pellissier, S.
Verschenen in: Frontiers in Neuroscience (2018), 12.49.
Titel: The Intermucosal Connection between the mouth and gut in commensal. pathobiont-driven colitis.
Auteurs: Kitamoto, S., Nagao-Kitamoto, H., Jiao, Y., Gillilland, M. G., Hayashi, A., Imai, J., Sugihara, K., Miyoshi, M., Brazil, J. C., Kuffa, P., Hill, B. D., Rizvi, S. M., Wen, F., Bishu, S., Inohara, N., Eaton, K. A., Nusrat, A., Lei, Y. L., Giannobile, W. V., & Kamada, N.
Verschenen in: Cell (2020), 182(2), 447–462.e14
Titel: The “Gum-Gut” Axis in Inflammatory Bowel Disease: A Hypothesis-Driven. Review of Associations and Advances.
Auteurs: Byrd, K. M., & Gulati, A. S.
Verschenen in: Frontiers in Immunology (2021), 12:620124
Titel: Osteopathy modulates brain–heart interaction in chronic pain patients: an ASL study.
Auteurs: Cerritelli, F., Chiacchiaretta, P., Gambi, F., Saggini, R., Perrucci, M. G., & Ferretti, A.
Verschenen in: Scientific Reports (2021), 11(1).
Titel: Dysbiosis of Salivary Microbiota in Inflammatory Bowel Disease and Its Association With Oral Immunological Biomarkers.
Auteurs: Said, H. S., Suda, W., Nakagome, S., Chinen, H., Oshima, K., Kim, S., Kimura, R., Iraha, A., Ishida, H., Fujita, J., Mano, S., Morita, H., Dohi, T., Oota, H., & Hattori, M.
Verschenen in: DNA Research (2013), 21(1), 15–25